Jo wordt geboren als tweede zoon  van Willem Wernink en Riek Vogelzang op 11 maart 1924 in Hengelo boven Caférestaurant Kole.  Op zijn twaalfde geeft hij te kennen priester te willen worden, maar Opa wil hem niet naar het klein seminarie sturen: hij vindt 12 jaar te jong om al zo’n drastische keuze te maken.  Daarom wordt Jo aangemeld bij het Canisiuscollege van de paters Jezuïten  aan de  Berg en Dalseweg. De kosten daarvan vallen mee. Dat maakt de weg vrij voor Jo’s broers om daar ook een opleiding te volgen. Al bedingt Opa nog wel een ‘familiekorting’.

Met acht kinderen in één gezin, zijn de leeftijdsverschillen natuurlijk groot: tussen Gerard, de oudste, uit 1923 en Jos, de jongste, van 1934 zit maar liefst elf jaar. Jos herinnert zich uit die tijd dat haar grote broers hun kleine zusjes niet altijd konden verdragen. Jo zei dan: “Moeten die kleintjes niet naar bed?”

Op 8 september 1842 treedt Jo  in bij de paters Jezuïten, ook wel sociëteit van Jezus (SJ). De foto met zijn zusjes is vlak daarvóór gemaakt. Na het noviciaat, een ‘proefperiode’ , legt hij precies twee jaar later zijn geloften af, waarin hij armoede, kuisheid en gehoorzaamheid belooft. Hij gaat in 1948 sociale geografie studeren in Utrecht.  Hij rond zijn studie af in 1954 en wordt dan aardrijkskundeleraar aan het Canisuscollege. Op 22 augustus 1957 wordt hij tot priester gewijd in Maastricht. Op 8 september van datzelfde jaar draagt hij zijn eerste heilige mis voor in de Groenestraatkerk, de parochie waar de Hindestraat onder valt.

Van 1954 tot 1958 studeert hij theologie in Maastricht. Hij komt in contact met geestelijken die de geestelijke zorg voor de woonwagenbewoners aldaar is toevertrouwd. Hij besluit te promoveren op dit onderwerp. Zijn proefschrift ‘Woonwagenbewoners, sociologische studie van een marginale groep’ verschijnt in 1958. Dit is nog steeds via internet te verkrijgen.

De aanbevelingen uit dit proefschrift, onder meer om het trekken van de ene naar de andere plaats te ontmoedigen, liggen mede ten grondslag aan de Woonwagenwet van 1968. Daarop komt veel kritiek.  Vergelijkingen met de rassenwetten van Hitler worden niet geschroomd. Ook recentelijk wordt hier nog aan gerefereerd in nieuwsbrief nr 108 uit 2009 voor oud Canisianen.

Later wordt hij leraar aan het Aloyisiuscollege in Den Haag. Hij is een veelgeziene gast bij Cile en haar gezin, die in Leidschendam woont. Hij doopt en trouwt de kinderen. Hij neemt ze zelfs mee in zijn volkswagen kever naar zijn vakantieadres bij de familie Brenninkmeijer (C&A) aan het meer van Genève in Zwitserland. Hij doet ook veel vrijwilligerswerk voor de Spaanse gastarbeiders. Hij kreeg daarvoor eens een hoge Spaanse onderscheiding.

Jo overlijdt op 9 september 1990 in Den Haag. Hij is dan 66 jaar. Hij wordt begraven bij zijn mede-paters jezuïten op begraafplaats Jonkerbos aan de Winkelsteegseweg in Nijmegen.