De oma van Martien heeft een dagboek bijgehouden tijdens de bevrijding van Nijmegen. Haar naam is Hendrina Evers (1882 -1946), getrouwd met Cor Ricken. Het dagboek is gevonden op de zolder bij Martien. Net als de ansichtkaarten die de vernielingen in de Nijmeegse straten documenteren.

Het dagboek staat op een telexrol. Dat had vast te maken met de papierschaarste in de oorlog en het feit dat Cor Ricken journalist was bij de Gelderlander. De rol is 4,5 meter lang.

Het dagboek op telexrol

Het dagboek is geen ego-document maar meer een feitelijk verslag van de gebeurtenissen in Nijmegen tussen  17 september 1944, de dag dat de luchtlandingen begonnen, en eind oktober van datzelfde jaar. Het was de bedoeling van operatie Market Garden dat met de verovering van Arnhem de geallieerden toegang zouden krijgen tot het hart van het Duitse rijk. Dat doel werd niet gehaald, en daarmee was Nijmegen maandenlang frontstad en kreeg te maken met hevige gevechten. In het dagboek wordt van dag tot dag melding gemaakt van bom- en granaatinslagen, van huizen in brand, van dagenlang in schuilkelders, van evacuaties en plunderingen. De slotzin: “Nu om half elf is het juist 6 weken invasie, in 6 weken niet uit de kleren geweest”.

Het begin van het oorlogsdagboek. Voor het volledige dagboek van 4,5 meter lang, klik hier.



Hieronder staat de een transcriptie van het dagboek van Hendrina Evers (redactie Mariette, eindredactie Véronique). Dat houdt in dat er aanpassingen zijn gedaan die het voor de (jeugdige) lezer van nu beter toegankelijk maakt. Waar nodig is de spelling gecorrigeerd. Vanwege de leesbaarheid werd interpunctie gewijzigd. Om de authenticiteit te waarborgen zijn wel oud-Nederlandse woorden in de toenmalige spelling gehandhaafd. Dat wil zeggen dat er gebruikt wordt gemaakt van dubbele klinkers, waar wij nu enkele schrijven (meervoudsvormen, kleeren bv) en de sch, waar wij nu alleen een s schrijven (Duitschers). Ook de naamvalsvormen (den ipv de) zijn gebleven. Tijdstippen worden als volgt aangegeven: 7¼ is kwart over zeven.


Het dagboek lijkt soms in grote haast geschreven. Hier en daar lijken woorden te ontbreken. Die zijn tussen [ ] toegevoegd. Waar de originele tekst onleesbaar of onduidelijk is, is een suggestie gedaan in blauw.

 Door klikken op de rode links, kom je bij meer informatie of uitleg van begrippen.

Als Hendrina het over Cor heeft, heeft ze het over haar oudste zoon (1903), getrouwd met Annie (Marie) Peereboom. Haar kleinzoons heten Paul, Edy en Henny. Haar tweede kind heet Jan (1907), haar derde was tante Joke, voor de familie Ricken, Jo (1910), de moeder van Martien.
Hendrina en Cor, Hendrina refereert aan hem met ‘Vader’ in het dagboek, kregen in totaal 8 kinderen, maar 5 ervan zijn (zeer) jong overleden. Tonnie is er daar één van. Trees is de vrouw van zoon Jan. Het gaat hier over de geboorte van hun derde kind.



17 september 1944
Zondagmorgen half 11 luchtalarm, veel vliegtuigen, tegen 2 uur vlogen ze zoo laag, dat ze de daken van de huizen bijna raakten. Hebben verscheidene inrichtingen waar de Duitschers in waren, kazerne, Nijma, Thermion, in brand geschoten.

Zondag hoorden wij dat de Tommies (zie 1) in Malden geland waren. Parachutisten. Alles was erg onrustig, zijn ’s nachts niet uit de kleeren geweest. De nacht is nogal rustig verloopen. Zondagavond zijn de Duitschers bij ons [tegen]over uit het huisje vertrokken met de woorden, “wij gaan naar de Heimat”.
Maandagmorgen 9 uur,  zien wij de eerste Tommie. Daarna begon het straatgevecht. Op de Wedren, in parken en straten, hevig gevochten, de tanks waren verschrikkelijk. [Dit heeft] geduurd tot na den donkerte. ’s Avonds laat en in den nacht hoort men steeds kets, kets langs de huizen en in tuintjes. ’s Nachts weer niet uit de kleeren.

Dinsdagmorgen tamelijk rustig. Tegen 3 uur zien wij 5 Duitschers komen in het huisje bij ons [tegen]over, nemen daar bezit van. Daar een dienstdoende politieagent ontwapend, moet naar binnen. Maar de politieagent was de Duitschers toch te vlug af. Hij naar binnen naar een andere deur [er]uit en gangetje in, en weg was de vogel. Alles afgezocht door de Duitschers, maar hij was weg. De reden dat die politieagent ontwapend was is, dat hij de toestemming niet wou geven om de auto (zie 2) mee te nemen.
Een van de Duitschers probeert de auto van den Dokter (zie 3), het gaat en hij rijdt er mee weg. Een ander probeert het met een andere auto maar dat gaat niet. Toen met een ziekenauto, gaat ook niet. [Ze] zijn daarna verder gegaan, hielden zich achter de boomen schuil, en loerden op de Tommies en als er een mensch in de buurt was hielden ze die ook aan. Zelfs Meneer Dirksen maar die had een pan met eten bij zich en mocht doorgaan. Daarna een ontzettend straatgevecht. Op de Wedren, de Sweerstraat, de Fort Kijk in de Potstraat (zie 4). Wij zitten bij Van de Pavert in het benedenhuis. Meneer en Mevrouw Dirksen zijn even naar boven. Meneer en Mevrouw van de Pavert, Vader en ik hebben juist Riet in de gang gezet op een harmonicabed, en daar breekt het los. Ontzettend. Bij Van de Pavert een kogel door de ruit. In de keukendeur zit een stuk van de kogel.

Wij doen niet anders als bidden en maar wachten en hopen dat God ons zal sparen. Riet natuurlijk ook ontzettend benauwd, heeft geduurd tot ongeveer 7 uur, in de buurt. Verder den hele avond ontzettend gevochten tot ’s nachts. Om 1 uur zijn wij naar bed gegaan, maar weer niet uit de kleeren geweest, en niet geslapen.
Cor was tegen 8 uur nog even bij ons, ging [na] een ½ uurtje weer weg. Kon ook niet eerder door het geweldige gebulder. Heeft 8 keer op de grond gelegen, eer hij thuis was. Slaapt ook met zijn kinderen in de kelder. Heeft maandag met zijn 9-en op de wc gezeten. Dinsdagavond [is] de brug ingenomen. Er waren enige onbekenden (zie 5) die de lading onklaar hebben gemaakt om de Waalbrug (voetbrug) te doen ontspringen. Dinsdagavond komt Pater Hagdorn (zie 6) bij ons, geeft zijn koffer af. Alles in de Barberossastraat en omgeving staat in den brand. Zijn werk van 20 jarenlang is alles verbrand. Is nu in de Lombokstraat 22 op kamers.

Woensdagmorgen heel veel tanks binnengekomen, trokken op over de brug. Verder de hele dag in de kelder doorgebracht, geen warm eten gehad. In de kelder gegeten en gedronken. ’s Avonds om half 8 wordt er gebeld. Mevr. van de Pavert: “Wat doen jullie, blijven jullie hier? Het was toen wij het zagen een algeheele uittocht, alle menschen uit de buurt en stad trokken naar buiten. De stad stond bijna geheel in brand, vooral in het Oosten der stad, geheele straten uitgebrand.”.
Wij zeggen: “Wij blijven in huis tot de brand bij ons is. Wij laten ons huis niet alleen”. Meneer en Mevrouw Dirksen en wij zijn het geheel samen eens, en maken alles samen mee, eten en drinken nu ook samen. Deze nacht kalm voorbij gegaan, maar weer niet uit de kleeren geweest. Donderdagmorgen Vader en Meneer Dirksen samen een uurtje er uit geweest. Een ontzettende aanblik, alles uitgebrand, enkele lijken zien ze ook nog liggen. Verder de dag tamelijk rustig verloopen. In de verte reuze kanongebulder. ’s Avonds tegen 10 uur naar bed gegaan maar niet uit de kleeren, veel kanongebulder. Vrijdag in de buurt nogal kalm, ben zelfs met Beb en Wies even over de Groesbeekscheweg, Johannes Vijghstraat gekeeken. Woensdag was alles in de buurt stuk geschoten, bij Pfeil, Corus Kampman, enz. Wij hebben er midden tusschen gezeten, maar gelukkig tot nu toe nog geen ongelukken.
Vrijdagavond naar de schuilkelder gegaan, daar, volgens mededeeling van de Engelsche hoofdwacht, [zij] door Nijmegen zou trekken en aller waarschijnlijkst door de Duitsche luchtmacht [zou] worden aangevallen. De nacht ging echter kalm voorbij. Om 6 uur waren wij weer thuis, trachten nog een paar uurtjes te slapen. Kregen nog van de Tommies chocolade en sigaretten. Er waren er 5 bij ons in de kelder, leuke vriendelijke menschen.
Zaterdagmorgen rustig voorbij gegaan. Weer met de kleren aan naar bed geweest..
Zondagmorgen 6½ uur aanval door een Duitsch vliegtuig. Op de voetbrug, over de Waal. Doch de aanval mislukt, alleen de brugleuning wordt door een neervallende bom beschadigd. Om negen uur aanval van Duitsche vliegtuigen op het vliegveld in Malden. Verder de hele dag onrustig en zwaar geschut, zijn ook nog 7 menschen gedood door een granaat. Nu gaan wij naar bed en niet uit de kleeren.

Het begint weer. Pater Hagdorn vanmiddag bij ons geweest. Is van de week Dinsdag den heelen middag in de vuurzee van kogels en granaten geweest, maar gebleven met de buurtbewoners tot dat de huizen in brand zijn gestoken. Over muurtjes en tuinhekken geklommen, en door een straatgevecht, dat de kogels om hun hoofden vlogen bij het Wilhelminaziekenhuis (staat ook in brand). Door de poortjes nog en zoo op de Berg en Dalscheweg zien te komen. Kwam bij ons, kon zijn koffer niet verder dragen, ging weer met een familie verder, en is in de Lombokstraat terechtgekomen.
Zondagavond om 10½ uur naar bed gegaan onder kanongebulder en om 1½ uur werd het zoo erg dat we op zijn gestaan. Kanongebulder, mitrailleurvuur en flitsen in de lucht of het bliksemt. Zware gevechten Elst via Arnhem. Voor Arnhem dagen gevochten, ontzettend. Tegen 2½ uur weer naar bed gegaan, toen wij dachten dat het ons niet veel kwaad zou doen.
Maandagmorgen tegen 9 uur ontzettend luchtgevecht, naar de kelder. Dat heeft de heele dag geduurd. Ontzettend veel vliegtuigen in de lucht, den heelen dag hebben de Duitschers geprobeerd onze Waalbrug te bombarderen of te beschieten, vanuit Kleef, is niet gelukt. Zijn weer verscheidene menschen gedood door granaten en splinters. Vanmiddag enkele wagens waar dooden op lagen, bij ons voor de deur, komt alleen bij de luchtbescherming. Tegen elf uur vanmorgen komt een boer met 2 paarden en een boers rijtuig bij ons voorrijden. Het rijtuig zoo beschoten dat den bok en van binnen en een stuk van de kap af is. 2 mooie schimmelpaarden waren erg schichtig. Het eene paard was aan zijn kop aangeschoten, zijn oor bebloed, liep langs de kop, maar was verder intact. Een Tommie, Rockey?, en een andere heer hebben de beesten naar een stal gebracht. Aan de luchtbescherming is het een drukte van wagens en menschen. Dokter en verpleegsters zorgen voor dooden en gewonden. Het is nu half negen, tamelijk rustig.

Enkele vliegtuigen en nu en dan een kanon, hopend dat het de nacht zoo zal gaan. Onze stad is dinsdag en woensdag 19 en 20 september totaal door de Duitschers in brand gestoken, de huizen met petroleumolie begoten en in den brand gestoken. Bij sommigen met een bosch strooi naar boven gegaan, waaronder wel het eerst bij Van Kampen op de Oudestadsgracht. Met een bos stroo naar de bovenverdieping en hebben het huis in brand gestoken. Sommige menschen werden de brandende perceelen terug ingedreven. Ontzettend barbaars, onder anderen zijn weg: de Broerstraat weg met kerk, Burchtstraat weg met stadhuis, Langeburgstraat weg, St. Jorisstraat weg, Franckenstraat zwaar beschadigd, Barbarossastraat met omliggende straaten bijna alles weg, Wilhelmina Ziekenhuis, Batavierenweg, Belvoire, Museum Kamstraat, Pater Brugmanstraat gedeeltelijk, van Nispenstraat, Heidenrijckstraat, enz. Daalscheweg, Jacob Canisstraat, Bergendalschestraat, de Hoefstraat, Dominicanenstraat zwaar beschadigd met school en Onze Lieve Vrouwekerk, Berg en Dalscheweg, Prins Hendrikstraat gedeeltelijk weg, Hertogstraat met het huis Kris Wellens geheel weg. Bisschop Hamerstraat, Universiteit, Keizer Karelplein van de kerk tot de Graafscheweg, Spoorstraat weg, Van Schaek Mathonsingel weg, behalve Stella Maris, Kronenburgersingel met Raad van Arbeid, Marienburgplein, van Broeckhuizenstraat, Postkantoor gedeeltelijk weg. Werners huis voorgevel weg, Pfeil, Cores, Kampman, Kropman, Franschestraat tot bij Troost, zwaar beschadigd. Onze kerk, gelukkig goed afgebracht. Verder ontzettend veel ruiten stuk. Melkerij Lent zwaar beschadigd, enz, enz. Ons huis onbeschadigd, bij Van Braak, Stoffels, Jansen ruiten stuk, de geheele stad, ’t leek wel landverhuizers. Tot nu toe 40 duizend dakloozen, omtrek kazerne veel huizen weg, de menschen huizen in de Bunkers, Rem Grol ook alles kwijt, Boerboom uit de Prins Hendrikstraat ook alles kwijt, woont nu in het huis van Erkens bij ons naast. Naast Cor een voltreffer in de tuin, bij Cor achter de ruiten stuk. Hiermede schei ik uit, ik kan zoo wel aan de gang blijven. Mevr. Berkhof de ruiten stuk. Vader en ik komen niet op straat, de kogels vliegen nog steeds. Arnhem wordt nog steeds vanuit Nijmegen beschoten met kanonnen. N.S.B.-ers zijn allen weggehaald waaronder John van Bachtel en dikke Kropman zijn gehaald met de eersten. Ze hebben met een zak aardappelen op de nek hard moeten loopen, van de stad naar Sionshof. Fijn hè, menschen die zeggen dat er geen God is moeten ze zo mee beginnen, de rest zal wel volgen. Wij zitten nog steeds zonder gas, erg moeilijk.
Dinsdag 25 september onrustige nacht 1½ uur naar de kelder, later nog weer naar bed. Tegen 10 uur luchtgevecht, den heelen dag door, Missiekamerhuis een bom, brand, maar is geblust, Dominicanenstraat, bom, brand tot hoog in de lucht, Station goederen lokaalen ook door een bom, nu is alles weg van het station, en zoveel anderen bommen. ’s Avonds tegen 10 uur ontzettend luchtgevecht om ons huis in de buurt, Fagelstraat. Bij ons naast ruiten stuk, wij weer gelukkig niet geleden, als ontzettende angst in de kelder. Om 1 uur met de schoenen aan gaan liggen rusten. Om 7 uur er even uit. Luchtgevechten.

Nijmegen centrum 1940. De Fort Kijk in de Potstraat, het woonadres van de familie Ricken, vind je rechtsonder op de kaart, in de zuidelijke punt van het Julianapark.

Woensdagmorgen 27 september alles loopt met platen bordpapier om de ruiten dicht te maken, ontzettende verwoestingen. Aan de Luchtbescherming juist een heele groote wagen met bordpapier platen aangekomen. 6 uur gaan naar de schuilkelder in de Luchtbescherming. Om 7 uur ontzettende luchtgevechten, duurde tot 12 uur. Ontzettende verwoestingen. Van Heutzstraat, Groesbeekschedwarsweg, Guyotstraat, enz. een huisgezin van 7 personen op weg naar de schuilkelder, allen gedood. Bij Cor aan de voorkant 2 vliegtuigen neergekomen en achter 1 vliegtuig. In zijn omgeving 7 granaten ingeslagen, een ontzettende nacht gehad tot 12 uur, verder de nacht tamelijk rustig.
Donderdag 28 september gaan om 6 uur uit de schuilkelder en tegen 7 uur vliegtuigaanvallen, naar beneden de kelder in, een ontzettend lawaai of ons huis op ons valt, In het huis van Erkens is een granaat ingeslagen, voor Jeitscher in de Fagelstraat ook een in de tuin. Iets lager een huisje van de Luchtbescherming en een gat in de grond. Op den dag dikwijls naar de kelder. Donderdagmiddag komt Cor vragen of wij mee gaan naar [de] H. Landstichting, heeft hij een kamer gehuurd in een hotel. Hij zegt: ”Waar er 7 zijn kunnen er ook 9 zijn”. Wij besluiten thuis te blijven, en ’s nachts naar de schuilkelder te gaan, aan de overkant. In ’t hotel was geen schuilkelder aanwezig, maar Cor zegt: ”Daar zitten wij toch uit de gevechtszone”, want daar zitten wij juist in. De nacht tamelijk rustig verloopen.

Vrijdag 29 september den heelen morgen in de schuilkelder gebleven. Vader haalt boterhammen voor mij en maakt de kachel aan voor ’t eten, want wij zitten al deze tijd zonder gas en mevr. Dirksen maakt vandaag het eten warm. ’t Is vandaag tamelijk rustig, ofschoon de granaten wel door de stad vliegen. Ik ben naar huis gaan eten. Toen ik in de schuilkelder terug was even, werd er later gezegd, op last van de Burgemeester moest de schuilkelder ontruimd worden voor de Geneeskundige Dienst. Dat was een tegenvaller, je zat er zo veilig. Twee gezinnen van Boerboom waren er ook met hun kinderen, die alles kwijt waren. Mensen moeten maar zien waar terecht te komen. Wij zetten nog een makkelijke stoel in de kelder, en vader maakt ons hokje onder naast de kelder nog wat beter klaar. En daar naar toe als er luchtaanvallen komen. ’s Avonds tot 11 uur in de kelder geweest. Toen naar bed, om 12 uur een aanval en naar de kelder tot 4 uur en zijn toen weer naar bed gegaan. Meneer en Mevr Dirksen in de huiskamer op een kermisbed en wij in ons bed.

Zaterdagmorgen 30 september tamelijk rustig. ’s Middags nogal luchtgevechten, zitten van donderdag al zonder licht. Zaterdagmiddag Vader naar het Elektriciteitsch kantoor geweest. Den aanblik in de stad is erg, er is geen stad meer. ’s Avonds een poos in de kelder en later gaan slapen.
Zondag geen luchtgevechten, maar zwaar kanongebulder op ????. Vanmiddag even naar Cor geweest, hij had het gister gevraagd. Vanmiddag kwam de man van de Centrale om het licht in orde te maken en nu zit ik onder geweldig kanongebulder dit Epistel af te schrijven. Cor heeft nu zijn kelder geheel geïnstalleerd als huiskamer, de kinderen moeten beneden blijven. Hij heeft een Radio in de kelder staan. De fiets van Cor hebben ze hem de laatste dag voordat de Engelschen zondags kwamen, nog afgenomen, dus die is hij ook nog kwijt. Dezen nacht 3 keer naar de kelder geweest, de granaten en bommen vlogen over het huis, het huilde zoo dat wij het bed wel in wilden naar de kelder.

Om 6 uur staat de houthandel van Van den Emmerich uit de Ziekerstraat in brand, staan veel schoolbanken en wagens in, de brandweer komt er aan. Op ’t Keizer Karelplein 7 dooden, in de Javastraat een granaat, op St. Anna 2 huizen door een bom getroffen enz. Den heelen morgen boven ons komen er vliegtuigen. ’s Avonds 7¼ uur naar de kelder, vliegaanval, ontzettend, heeft geduurd tot 11 uur, de ergste boven ons van alles, ontzettend, maar bidden en op God vertrouwen dat we het er levend afbrengen. We zien aan ene kant de stad weer branden, in de Staringstraat brand, de garage van Knoop uitgebrand, het Canisius College een voltreffer. De Oudste Dochter van Van de Berg gedood op de W.C. van Canisiuscollege. Op de kapokfabriek  in de Ruyterstraat een bom in de schuilkelder, 250 menschen, 120 zijn er bevrijd, met gewonden en 30 menschen kunnen ze niet bij komen. [Er] is een betonnen vloer op gekomen. Nog een paar uur naar bed geweest maar niet kunnen slapen, na zoo’n ontzettende voornacht.

Dinsdag 3 oktober, Vaarwel lieve kinderen, als we soms er niet door komen. Vaarwel dan tot in den hemel, dan gaan wij naar Tonnie. Maar ik vertrouw dat zij ook een groote voorspreekster (zie 7) is in den Hemel, bij Jezus en Maria en den H. Jozef. Vader komt juist van Cor, vannacht bij hun naast heeft het gebrand. Hij is zelf met vrouw en kinderen gevlucht naar het Pius-Convent, alles goed afgeloopen. Cor en Mieke Peerenboom terug om op te passen. De brandspuit werkte goed, de Amerikanen deden groot werk, alles gelukkig behouden, vandaag rustig.
Woensdag 4 oktober steeds vliegtuigen enz. De dag gaat wel, om 7 uur naar de kelder tot 1 uur, geweldig. Tegen 11 uur, alle granaten vallen schijnbaar om ons heen, een reuzeslag, weten niet waar, maar dichtbij. Dit is bij Lansheer geweest. Weer een geweldige slag, glasgerinkel, of het huis instort, het glas valt door de gleuf in de kelder. De boom voor ons huis doorzeeft, is de granaat tegenaan gekomen, de boom doormidden gelukkig de andere kant op gevallen. Al onze ruiten eruit, dan ook allemaal, het hele huis is vol glas. Het gordijn van de suite is stuk, een stuk granaat aan het eind van de divan. De dag gaat nogal.

Donderdag 5 oktober. Dirksen gaat naar een schuilkelder vannacht, ik durf niet alleen met Vader thuis te blijven. Vader naar Cor geweest. Cor heeft gezorgd voor een schuilkelder voor ons in de In de Betouwstraat bij de familie Thomassen, het opslagmagazijn van het Wit-Gelekruis. [Het zijn] kennissen van Cor, een goede schuilkelder, gaan er om 6 u naar toe. Maar op weg naar de schuilkelder zie ik het verderop, een vreeselijke aanblik. Een rustige nacht, ofschoon er steeds granaten vliegen.
6 oktober om 10½ uur gaan wij naar ons eigen huis, eerst even bij Cor aan en zeggen dat [we] het goed hebben gemaakt in de kelder. Het huis is nog in zijn gewone doen. Tot 5 uur thuis geweest. Vader heeft nog een paar ramen dichtgespijkerd. En gaan weer naar de kelder. Dat eind lopen is wel angstig. Maar we zijn er weer. Toen we de eerste keer naar de schuilkelder liepen, regende het granaten, maar wij leven nog hoor, en mogen heus niet klagen. En God is met ons en zijn ook heel dankbaar. Een tamelijk rustige nacht. Zijn gister ontzettend veel bommenwerpers over gekomen. Juist toen wij naar de schuilkelder gingen.
7 oktober. Gaan tegen 11 uur naar huis. Gister een waterput gemaakt in de Borneostraat en in de Van Heutzstraat. Tegen 5 uur naar de schuilkelder. Daar komen juist 100en bommenwerpers over. ’s Avonds veel granaten, maar in de schuilkelder tamelijk rustig. Tegen half elf krijg ik veel pijn, krijg het benauwd van de pijn. Pijn wordt hoe langer hoe grooter, niet meer te houden in rug en heup. Ik begin te bidden. Hoe langer en meer bovenmenselijk. Roep steeds Jezus, Maria en Jozef tot hulp. Dokter wordt gehaald. Moet rechtuit liggen. Maar voordat de dokter komt, is de pijn iets gezakt. Zeg mijn kinderen en Vader in de geest vaarwel. Denk zelf ook heusch te sterven. Roep steeds Jezus, Maria en Jozef aan. Ik roep Jezus naam 3 keer in groote verering aan. Weer 3 maal Jezus H. Kruis om mij te helpen. Het is of er in eene iets intreedt, dat ik iets verzachting vol. Dan komt de Dokter, later nog één, maar Dokter Webers is niet te bereiken. Moet heel rustig blijven liggen. Ik kom een beetje bij, maar weet goed alles wat er is gebeurd. Tegen 2 uur gaan de menschen weer rusten. En ik ben op een ledikant gelegd wat ook in de kelder staat en waar ik nu nog op lig. De nacht loopt rustig voorbij. ’s Morgens heel wat opgeknapt.

8 oktober zondag. Den heele dag in huis, in de kelder, rustig. Buiten granaten. Het gaat met mij aardig goed, maar veel pijn in de rug. ’s Nachts ook weer erg rustig.
9 oktober. Vader vandaag ook niet naar huis geweest. Vanmorgen en vanmiddag veel granaten. Cor en Annie bij mij geweest, ’t gaat tamelijk goed maar zwak.  Lig nog te bed in de schuilkelder, ben gelukkig dat ik hier ben. Vader en ik eten hier ook. Mijn polsslag was zoo goed als weg, wordt mij nu later verteld. Maar wij leven nog.
10 Oktober, de nacht verschrikkelijk geweest, niet anders als granaten boven onze stad. Wij gaan om 3 uur een beetje liggen, toch nog niet rustig, vanmorgen hoorend dat het in het Waterkwartier en omgeving verschrikkelijk is. Bij Jansen Ederveen is [een bom] ingeslagen in de Garage, 4 Engelschen verwond, naar het ziekenhuis [brengen], auto enz. stukgeslagen. Aan de kant [van de] Lourdeskerk, Hatertscheveldweg enz alles ontzettend, overal is het raak geweest. Vader vanmorgen naar de Dokter voor mij geweest. Dokter zegt als het stil is moet ik even de [buiten]lucht in, dat zou wel goed zijn. Er wordt overal ontzettend gestolen, treurig hé? Een zeer rustige nacht gehad.
11 Oktober vanmorgen er even uit geweest met Vader, naar Oom Hubert, heeft al de ruiten weer stuk. De Duitschers hebben bij hem in huis zitten te schieten, zelfs op de burgers. Zijn zelf 4 dagen naar Berg en Dal geweest, [daar] is Oom wat ziek geworden, hebben in een koetshuisje gelegen. Weer terug naar huis op den dag en ’s nachts in de kelder bij Wolf de Garage. [Die] heeft totaal niets meer, als wat ze aan hebben. Zit nu in Weurt, krijgt nu een bovenhuis aan de Groesbeekscheweg. Verder de dag ook rustig. Vanmiddag een paar bommen gevallen in het Waterkwartier, 3 mensen gedood en 1 zwaar gewond. Vannacht veel afweer [en] vliegmachines in de lucht. En niet kunnen slapen, ook niet van de pijn.
12 Oktober vanmorgen even luchtgevecht, was nogal gauw weg. Om 6½ uur stond de stad in een rookwolk, overal op straat ziet men potten? er voor staan. Een tamelijk rustige nacht.
13 Oktober vandaag veel granaten over de stad, maar de buitenwijken, toch ook nog in de Burghardt van den Berghstraat een 5-tal huizen stuk geschoten. Eenige zusters van de H. Landstichting doodgeschoten, waren spionnen. Rijckevorsel uit Hees gearresteerd, had huisvesting aan een S.S.-man verleend. Bij de Graafsche bruggen 2 dooden en 1 gewonde. Een vrij rustigen nacht.

Zaterdag 14 Oktober naar huis gegaan Vader en ik, want wij zijn nog altijd in de kelder. Mijn voeten gepedicuurd, en toen ik klaar was kon ik gaan liggen. Moest de hele middag blijven liggen. Vader alleen naar mevr. Thomassen gaan eten. Zijn tegen 5 uur naar de kelder gegaan. ’s Middags vielen er nog granaten, den heelen nacht kanongebulder. Zijn ook nog veel granaten boven de stad gekomen, vooral in de buitenwijken. Bij Cor zijn er 17 over gekomen. Den heelen nacht weer niet geslapen.
Zondag 15 oktober vanmorgen met Vader weer even naar huis geweest, den aanblik in de straten is treurig, met alles kapot. Vanmiddag naar Cor geweest. Den heelen dag tamelijk stil, wel erg veel troepenvervoer. Op den Kopsche Hof granaten gekomen, [die] hebben 14 Tommies gedood en 16 zwaar gewond. In de van Peltlaan ook een huis door granaat verbrijzeld.

16 oktober, een rustiger nacht gehad, vandaag nog wel granaten over gekomen. Verder rustig, in de verte [ge]vechten.
17 Oktober. Vannacht in de Rozendaalschestraat gevochten. Engelschen met eenige Duitschers, maar zijn gauw door de Tommies de kop ingedrukt. In de streek Winssen zijn de Duitschers terug gekomen, en hebben er 25 boerderijen in den brand gestoken. Andries van Oom Frits heeft ook totaal niets meer. Vader heeft hem gesproken, de Duitschers hebben eerst zijn huis in brand geschoten, toen wilden zij zelf het dak blussen, maar werden zelf van het dak geschoten. Had het beddengoed bij de Pool ondergebracht. Daar moest hij het uithalen, dat stond ook in brand. Hij laadt het op een grooten wagen, wil er mee wegrijden, mag niet van de Duitschers. Ze nemen fakkels en steken zoo de wagen met beddengoed in brand. Hels hé? Vannacht een rustige nacht, een paar huizen verder valt er wel een muur om. Vannacht en vanmorgen ontzettend veel troepenvervoer.
18 Oktober woensdag, Vader vanmorgen naar Neerbosch voor de brug groenten halen. In een dag en nacht geen granaten meer geweest. Vannacht meer dan 200 granaten in Brakkenstein en Houtlaan gevallen.
19 Oktober, vanmorgen Dirksen overhuizen naar zijn eigen huis. Vanmiddag Mevr. Berkhof en Zus bij mij geweest. 3 weken was zij op Brakkenstein geweest, was blij dat ik haar weer zag. Vanavond nog even een luchtgevecht. Overal de buurt, komt al huisvesting van menschen die geen dak meer boven hun hoofd hebben. Vannacht veel granaten.
20 Oktober Vanmorgen om 7 uur een granaat achter ons in de tuin op no. 21 in de In de Betouwstraat, op 19 zijn wij ’s nachts in de kelder. Mevr. Thomassen erg geschrokken, de tuinmuur is er totaal uit. Vanmiddag nog 2 vliegtuigen naar beneden geschoten, in de In de Betouwstraat was het luchtgevecht geweest. Wij, Vader en ik, waren thuis. Vader was aan ’t behangen wat stuk geslagen was. Vanavond zwaar kanonvuur van de Engelschen naar Duitsche stellingen. Vannacht waren de Duitschers in den donkere nacht met hun tanks doorgedrongen tot in de Ooij en [hebben] zoo onze stad met granaten bestookt. Gister is Cor met de auto naar Eindhoven geweest, voor een vergadering en besprekingen. “Daar was niet veel stuk”, zegt hij. Een nacht met granaten, ben erg ziek geweest vannacht, braken en nog eens braken.

21 Oktober vandaag 2 keer luchtgevechten, van tusschen 5 en 6 uur in de avond in de Dominicanenstraat een huis in brand gestoken en in de Van de Havenstraat.
22 oktober Zondagmorgen, 7 uur op gestaan, om 8 uur naar de kerk geweest. In 5 weken niet op zondag in de kerk geweest. Er was om 8.00 uur ook een H. Mis. Vandaag was het ook biddag  van 3 tot 5 uur, het AllerHeiligste uitgestald. Vandaag veel kanongebulder geweest. Vader en ik gister en vandaag den heelen dag thuis geweest. Als het kan gaan wij alleen ’s nachts naar de kelder, vanmorgen nog [een] straatgevecht van enkele Duitschers op Het Valkhof. Vanmiddag ook naar Cor en Annie geweest, ook alles nog goed. Een rustige nacht gehad.
23 Oktober, vandaag niet geschoten, vannacht granaten. Vandaag gehoord dat bij Trees bij de bevalling alles goed was gegaan.]

 

24 Oktober, vannacht veel kanongebulder. Den Dokter vanmorgen geweest. Onderzocht, moet veel liggen. Als ik gelopen heb van de In de Betouwstraat naar huis, een uur gaan liggen. Komt hoop ik wel weer terecht, maar heb ontzettend veel pijn. Vader gelukkig altijd goed. Vannacht ontzettend veel granaten. Bij Corus is een granaat gekomen en het bovenhuis geheel uitgebrand. ’s Nachts om 4 uur in de Gorisstraat bij onze koster Peeters het is huis ingestort. Vanmiddag nog eenige granaten, vannacht geen.
25 oktober, de dag tot nu toe rustig. Men zegt dat de Duitschers uit Frankrijk [weg] zijn, en dat Den Bosch vrij is. Of het waar is?
26 oktober de dag rustig en nacht rustig
27 oktober in den nacht erg veel kanongeschut
28 Oktober erg veel granaten. Op de Groesbeekscheweg bij Veldhout een granaat ingeslagen. Als Vader 5 minuten minuten eerder naar de Apotheek was gegaan, was Vader juist binnen geweest, maar God heeft hem weer gespaard. Een rustige nacht gehad.
Zondagmorgen 29 oktober een rustige zondagmorgen. Zoo juist naar de kerk geweest. Zoo juist een raketbom (zie 8) gevallen vertelde Edy. Edy en Paultje komen bij ons mij appeltjes brengen. Nu 10½  uur is het juist 6 weken invasie, in 6 weken niet uit de kleren geweest.

  1. ‘Tommie’ werd gebruikt om Britse soldaten aan te duiden. De term stamt uit de Slag bij Boxtel (september 1794, precies 150 jaar ervóór), waar de coalitie onder leiding van de Britten vocht tegen de Fransen onder Napoleon.
  2. Hendrina gebruikt niet het woord auto, maar het uit het fonetische Frans, oto. Meestal met een hoofdletter. Auto’s waren in die tijd zeldzaam.
  3. In oud-Nederlands werden, net als nu nog in het Duits, zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter geschreven. Of dit hier daarvan een overblijfsel is, is niet zeker. Het kan ook met eerbiediging te maken hebben. Ook Vader en zelfs Oto schrijft Hendrina vaak met een hoofdletter.
  4. Fort Kijk in de Potstraat nr 38 was het woonadres van de familie Ricken. Oom Gerard en tante Joke hebben er ook nog gewoond. Martien is er geboren, zeven jaar later, in 1951.
  5. Dit bleek te gaan over Jan van Hoof. Zie elders bij het afstudeerwerkstuk voor de kweekschool (PABO) van tante Jos. Jan van Hoof was een klasgenoot van oom Jo op het Canisiuscollege. Jan van Hoof wordt herdacht met een standbeeld dat niet ver van de Waalbrug staat.
  6. Pater HJM Hagdorn SJ was leraar op het Canisiuscollege, de school waar Jo (Gym B, 1942), Frans, Willy en Harry (Gym A, 1948) hun middelbare schoolopleiding volgden. Frans en Wil zaten op de HBS en hebben zonder examen te doen hun diploma gekregen. Dat had te maken met de chaos na de oorlog. Pater Hagdorn muntte ook de officiële bijnaam voor het Canisiuscollege, het HOK (eigenlijk HOC, ‘Hoog Ons College’ een actie met meer bidden, meer sport, meer voetbal, zingen en lof, om de gemeenschapszin onder de scholieren te bevorderen, zie hier). Zijn vertrek uit Nijmegen wordt gememoreerd in de Gelderlander van 26-8-1946 .
  7. Katholieken geloofden in de voorspraak van overleden familieleden: die moesten in de hemel een goed woordje doen bij Jezus, Maria of Jozef, zodat onheil werd afgewend of succes bereikt.
  8. Met een raketbom wordt mogelijk de V1 of V2 bedoeld. Duitsland experimenteerde op het eind van de oorlog met raketbommen, die meestal niet neerkwamen waar het was bedoeld en zo voor dood en verderf zorgden.