Schokland
Volgen we de stamboom van Oma (Anna Hendrika Vogelzang) terug via haar moeder, Caecilia van Wijk, dan komen we bij de familie Tromp terecht op Schokland. Schokland was ooit een eiland in de Zuiderzee, wat nu IJsselmeer heet. Schokland is opgegaan in de Noordoostpolder.
De blauwe namen zijn van Schokkers, op Schokland geboren. De familie Wernink is in oranje. Saillant detail: als Jannes Arkink en Aleida Wernink niet hadden besloten hun kinderen naar hun moeder te noemen, dan hadden wij of onze moeders niet Wernink maar Arkink geheten.
De stamboom werd eerder gemaakt door Renée Wernink en ook oom Jo heeft zich met onze Schokse afkomst beziggehouden.
Je kunt de stamboom zelf hier terugzoeken. Deze gaat terug tot het huwelijk van Louwe Everts en Trintie Gerrits op 4 december 1707 in Emmeloord.
Er staan meestal geen geboortedata maar doopdata. Voor katholieken was dat nogal eens dezelfde dag.
De namen hebben een logische opbouw: eigennaam – naam van de vader (patroniem) – familienaam. Dus Henderika Jans Tromp: Henderika is de dochter van Jan, met de familienaam Tromp. Verder is opvallend hoe het beroep leidde tot een achternaam: Broodbakker, Diender, Visscher, Ouderling zijn bekende Schokse namen.
Kennelijk was er ook wel uitwisseling met Friesland. De man van Jannetje Willems Ouderling, Lolle Sijbels Visscher, kwam uit Gaasterland. Jannetje zelf is overleden in Workum.
- Schokland 2005
- Schokland werd steeds kleiner
Op deze luchtfoto (circa 2005) van Hans Veenhuis kun je de contouren van ‘het eiland op het droge’ duidelijk herkennen. De foto belicht vooral het noorden van Schokland dat eens bekend stond als het ‘Eiland Emmeloord’. Dit deel van het eiland herbergde vooral de katholieke Schokkers.
In de linkerhoek is de gereconstrueerde haven van Emmeloord duidelijk herkenbaar. In de voormalige haven is zelfs weer water te zien. Een zwanenpaar had er voor enige jaren zelfs een nest in het riet gebouwd. Aan de haven ligt de herinnering aan het kerkhof van de katholieke parochie, de lichtwachterwoning, een replica van de vuurtoren en het misthoorngebouwtje.
Rechtsboven ligt de doorgaande Oud Emmeloorderweg met twee boerderijen. Er is aan de voet van de terp een parkeerplaats aangelegd.
Het is verleidelijk om het Schokland van nu te vergelijken met de situatie van 1859.
Jhr. J. R. Ortt, ingenieur van Rijkswaterstaat 1ste klasse, wonend in Kampen, was van 1855-1859 belast met het toezicht op de dijkwerken van Schokland. Hij schetste de stand van zaken na het vertrek van de Schokkers. Ortt gebruikt nog de benaming el, terwijl de lengte na 1820 al in meters wordt uitgedrukt.
Ortt: “Dat het geheele eiland eene grootte heeft binnen de oeverwerken gemeten van 119.63 bunders en wel op de volgende wijze verdeeld: buurt Emmeloord 1.85 el boven dagelijks water 1.45 bunder, buurt Ens 2.00 el en 0.88 bunder, Zuiderbuurt 1.28 el en 0.26 bunder; oude kerk, vuurtoren en begraafplaats 1.75 el en 0.15 bunder. Samen 2.74 bunder. Grasland bij de Oude kerk 0.48 el boven dag. water en 2.01 bunder, grasland van het eiland 0.27 el en 12.37 bunder, drasland 0.08 el onder dagelijks water en 82.87 bunder. Water diep 0.24 à 0.32 el omvat 19.64 bunder, totaal 119.63 bunder.”
De omvang van Schokland is na de ontruiming nauwelijks meer veranderd. Het meest opvallend is de melding van Ortt dat ruim 82 hectare van Schokland uit drassig land bestond. In zijn verslag vermeldt hij dat de koeien tot over de knieën wegzakken. Bijna 20 hectare van het oude Schokland bestond uit water. Het Gieterse meer was de grootste waterplas van het eiland.Foto rechts: Het eiland werd steeds kleiner. Van links naar rechts 1789, 1820-1850, 1874.
De familie Tromp was woonachtig in Emmeloord, ook wel wijk 3, op Schokland. Willem Jansen Tromp (1760) bezat een perceel (17a, 18m2) op Emmeloord, zie bij Willem Jansen Tromp. Emmeloord lag in het noorden van Schokland en was grotendeels katholiek, zo ook de familie Tromp. Het viel onder het tolerante Amsterdam, dat geen druk uitoefende op de religie van de Schokker bevolking. Het zuiden, de Zuiderbuurt, wijk 1 en Ens of Molenbuurt, wijk 2, waren meer protestants en vielen onder Overijssel.
Na de gedwongen verhuizing van 1859 gingen de meeste katholieke Schokkers naar Volendam. Willem Jansen Tromp en zijn gezin verhuisden al in 1842 naar Veenhuizen en werden daar kolonisten in de veenkoloniën. Ze werden geregistreerd als ‘hulpbehoevend huisgezin’. Wellicht werd hun een betere toekomst voorgehouden op het vasteland. Willem Jansen Tromp is in het nabijgelegen Norg overleden. Zijn vrouw 8 jaar later in Assen.
- Alles over de gedwongen verhuizing
- oproeping om te verschijnen voor de rechter
Het boek Schokland. Een reconstructie van de ontvolking in 1859. vind je hier. Alles over de historie en de gedwongen verhuizing. Een aantal afbeeldingen op deze pagina is daaruit afkomstig.
Hun dochter Henderika Jans Tromp (1831) werd nog op Schokland geboren. Als zij tien jaar is verhuist ze met haar vader en moeder en drie zusjes naar Veenhuizen. Na haar huwelijk met Harmen Alles van Wijk gaat ze met hem wonen in Haulerwijk. Vervolgens werd via Smilde neergestreken in Assen. Haar dochter, Caecilia van Wijk, de moeder van oma, werd in 1869 in Assen geboren. Schokland was toen al 10 jaar verlaten.
In 1931 gingen Schokland, dat overigens nooit meer onder water is komen staan, en Urk op in de Noordoostpolder. Het Emmeloord van nu is een geheel nieuw gebouwde stad elders in de polder. Het zeemanslied ‘De Zuiderzeeballade’ heeft het Schokse Emmeloord als onderwerp.
Misdaad?
Er zijn vragen over de Jan Willems Tromp: was die wel zuiver op de graat? Welnu, dat is volledig gedocumenteerd:
Zoals dat in elke samenleving het geval is, kwamen ook Schokkers weleens in aanvaring met Justitie. In het Gemeente-archief van Kampen vonden we enkele arrestatie-bevelen uit het jaar 1856. Iedereen weet natuurlijk dat Schokkers goud-eerlijke mensen zijn, dus het kan onmogelijk iets ernstigs geweest zijn wat zij gedaan hebben. Ook de hoogte van de opgelegde straf wijst in die richting. Laten we het er maar op houden dat de armoede hen parten heeft gespeeld……
In het eerste arrestatiebevel lezen we:
Zwolle, den 7 Maart 1856.
Aan den Heer Burgemeester te Schokland. De persoon van Louwe Tromp, oud 54 jaren, arbeider, geboren en woonachtig te Schokland, is bij vonnis mijner Regtbank d.d. 21 februarij jongstleden veroordeeld tot eene gevangenzetting voor den tijd van acht dagen. Ik verzoek UEd.:
1. hem af te vragen of hij een verzoek tot gratie heeft ingediend, zoo ja, mij dit dadelijk te melden;
2. zoo niet, alsdan hem aan te zeggen, dat hij zich tot het ondergaan van de gemelde straf vóór of uiterlijk op vrijdag 14 maart aanstaande, des voormiddags tusschen tien en één uur, bij mij op het parquet moet vervoegen, vooral niet later;
3. op den hierboven vermelden dag onderzoek te doen of door hem aan de oproeping het vereischt gevolg is gegeven, zoo niet de nalatigen onmiddellijk te doen arresteren en gevankelijk herwaarts te doen overbrengen.
De Officier van Justitie te Zwolle.
Louwe Tromp (1), die zich op 14 maart moest melden om zijn straf uit te zitten, zag zo tegen zijn aanstaande verblijf in de gevangenis op, dat hij er maar helemaal van af zag …..
De officier van Justitie te Zwolle schreef op 25-3-1856 aan burgemeester Gillot:
“De persoon van L. Tromp, op de bepaalde tijd niet verschenen zijnde, wordt UwEagb. verzocht hem dadelijk te doen arresteren en herwaarts over te brengen, hetwelk u volgens mijne brief van den 7e dezer reeds de 15de dezer verpligt was”.
Twee dagen later legde burgemeester Gillot uit aan de Officier van Justitie wat er gebeurd was. Dadelijk na de ontvangst van het arrestatiebevel van 7-3-1855 was Louwe Tromp meegedeeld wat dat bevel inhield, waarna hij beloofd had zich op de vastgestelde tijd te melden op het Parket te Zwolle. Op woensdag 12-3-1855 was hij al met de beurtman naar Kampen vertrokken, met medeneming van een begeleidende brief van de burgemeester. Hij had beloofd zich ruimschoots op tijd in Zwolle te melden om zijn straf te ondergaan.
Hoe dichter hij in de buurt van Zwolle kwam, hoe zenuwachtiger hij werd. Het werd hem zo zwaar te moede, dat hij tenslotte maar besloot zich niet te melden…..
Acht dagen later kwam hij weer op Schokland aan. Burgemeester Gillot, hoogst verbaasd dat Louwe Tromp nu al terug was, vroeg hem om uitleg. Tromp antwoordde hierop dat hij netjes de brief van de burgemeester afgegeven had aan de heren van het Parket in Zwolle.
Daarop zou hem gevraagd zijn of hij wel in de gevangenis wilde zitten, waarop hij geantwoord had: “Als ik het verdiend heb, dan wel”. De meelevende heren zouden toen gezegd hebben: “Gaat dan maar weder naar uw vrouw en kinderen”.
Toen een kleine week later de Officier van Justitie opheldering vroeg aan burgemeester Gillot over het wegblijven van Tromp, besefte Gillot eindelijk hoe de vork in de steel zat. Onmiddellijk begaf hij zich naar het huis van Tromp om hem aan te houden, maar hij bleek op zee aan het vissen te zijn.
“Zoodra hij te huis komt zal ik hem onmiddellijk doen arresteren en gevankelijk doen overbrengen”, schreef Gillot op 27-3-1856 aan de Officier van Justitie.
Blijkbaar enigszins benauwd dat ook de tweede veroordeelde iets dergelijks zou uithalen, schreef Gillot:
“Volgens missive van UwelEd. Gestrenge d.d. 25 Maart j.l. heb ik mij begeven ten huize van Albert Bruins Diender (2) om hem aan te zeggen dat hij zich op den door UwelEd. Gestr. bepaalden tijd op het Parquet bij Uwed. Gestrenge moest vervoegen, ten einde daar de straf te ondergaan waartoe hij op den 6den Maart veroordeeld is. Daar hij echter van huis was om in de Zuiderzee te visschen, zoo heb ik bovenstaande aan zijne vrouw aangezegd, die beloofde om hem dit te zeggen. Indien het mij mogt blijken dat hij aan deze oproeping niet voldoet, dan zal ik hem onmiddellijk doen arresteren en gevankelijk naar UwelEd. Gestrenge over zenden.”
Noten:
Louwe Willems Tromp, geboren 5-10-1802 Emmeloord, overleden 9-8-1871 Kampen, zoon van Willem Jansen Tromp en Gerritjen Cornelissen Baentjes.
zie ook hier.
Louwe was de broer van Jan Willems Tromp, onze voorvader. Daar is geen misstap over bekend… Dit verhaal kwam oorspronkelijk tot ons via Judith Schuttevaar, dochter van Guido. De familie Schuttevaar heeft ook Schokse roots!!!
- Schokkers, 1787
- Kerkje op Schoklland
- Schokkers 1840
- Middelbuurt, 1845
foto 1. Schokkers op Emmeloord, getekend in 1787 door Reiner Vinkeles (1741-1816). De hier gedragen kledij heeft wel wat weg van die in Marken. Kort daarna ging men over in kledij die we kennen van foto’s van oud-Schokkers foto 2. Een oude prentbriefkaart van het kerkje op Schokland foto 3.Gravure van Schoklanders, vervaardigd door ene G.K. omstreeks 1840 foto 4. aquarel van de middelbuurt uit 1990 door J Boerman, naar een tekening van Dubourq uit 1845. Op de voorgrond de loopplank waarover de Sckokkers van buurt tot buurt gingen.
Muziek
Volgens Jannetje waren Schokkers muzikaal, konden erg goed zingen: al die Volendammers komen eigenlijk uit Schokland! Maar uit de rapporten van de schoolinspectie (1832-1839) lezen we dat vooral de kinderen in de Zuiderbuurt en Middelbuurt zangonderwijs handen, die in Emmeloord niet. Wellicht heeft de inspecteur Hendrika Tromp (1831) nog wel gezien.
“Dit eiland heeft drie wijken: Wijk 1 of de Zuiderbuurt, waar de vuurtoren staat; wijk 2 of de Molenbuurt, Ens geheten; en wijk 3 of Emmeloord. Die wijken hebben gemeenschap met elkaar door planken liggende op het paalwerk langs de zee. De twee eerste wijken bevatten 178 protestantse en 120 roomse bewoners, wijk 3 daarentegen 404 roomsen en 11 protestanten.
Er zijn twee scholen op het eiland, de ene te Ens, voor wijk 1 en 2, de andere voor wijk 3. De onderwijzer J.W. Wichers te Ens is van de protestantse, die te Emmeloord A. Legebeke, van de roomse godsdienst. De klankmethode wordt aangewend door middel van de letterbak.
De leestoon en het schrijven zijn beter te Ens. Daar wordt ook de zangkunst beoefend, te Emmeloord niet. In laatstgenoemde school daarentegen wordt meer werk gemaakt van het oordeelscherpend hoofdrekenen en van de getallenleer. In beide scholen is het stelsel maten en gewichten voorhanden en zijn de leerlingen daarmee goed bekend. De beide onderwijzers zijn zachtzinnig en braaf [rechtschapen] en in hun scholen heerste veel welvoeglijkheid, waarin de Schokkers anders niet uitmunten. De lokalen zijn bijna vierkant, te Ens met invallend licht links van de leerlingen en vanboven; te Emmeloord aan beide zijden. Laatstgemeld lokaal is het beste.
Te Ens gaan vijftig, te Emmeloord bijna honderd kinderen naar school. In dat getal zijn begrepen de kinderen, die arbeiden in de weverijen, welke onlangs in de beide wijken zijn opgericht; doch deze gaan slechts eenmaal in de week naar school: ‘s dinsdags, van één tot half drie.
De gemeenten van dit schoolressort tellen samen 6066 zielen en de scholen 980 kinderen, dus iets minder dan een zesde van de bevolking. Over de staat van het onderwijs in dit schoolressort in ’t algemeen, en over de ijver van de schoolopziener om dit steeds meer te verbeteren, was ik zeer voldaan.” Aldus de inspecteur
Voor het verhaal van Jannetje (Janny Rieff), zoals zij dat ook aan ons deed, zie hier.